Werken met rotsen in een tuin

door Herman Mylemans


Mijn interesse voor planten is begonnen in 1980. Al vlug ondervond ik dat werken met planten van 30 tot 50 cm hoog in België toch niet ideaal is met al de regen en wind. Daarom zocht ik naar lagere planten, maar de keuze in die tijd was niet zo groot. Ook waren er toen nog geen plantenbeurzen zoals nu. In het buitenland (Engeland, Schotland,…) stonden ze al verder.

Als je interesse hebt voor een grote verscheidenheid aan planten geeft dat wel wat problemen als je een mooie tuin wil in een beperkte ruimte van ongeveer 700 m² rond het huis. Een mooie tuin is natuurlijk voor iedereen verschillend. Hiervoor zijn tuinbezoeken een grote hulp zeker als je dan nog dia’s of foto’s neemt. Een tuin door het oog van een lens ziet er altijd anders uit, fouten die je anders niet ziet worden wel zichtbaar.

Enkele gouden regels zijn : structuur in je tuin, rustpunten, een  rotstuin moet ook mooi zijn zonder planten, verborgen hoekjes zodat wandelen in je tuin een ontdekkingsreis is.

Structuur bekom je door aflijnen met harde materialen en hagen, herhaling van dezelfde vormen en materialen.

Rustpunten kun je op verschillende manieren bekomen:
 

  • Groepen van eenzelfde plant, de grootte moet je wel in verhouding van het geheel nemen. vb. een oppervlak van 50 m² dan is een groep van 40 cm x 40 cm al groot genoeg. Het aantal planten is afhankelijk van de groeisterkte.
     
  • In een rotstuin geven kleine stenen al vlug een rommelige indruk. Alles is echter relatief, voor een kleine rotstuin (< 5 m2) is een grootte van 30 cm x 30 cm al een goede maat. Voor grotere tuinen moet je groter gaan, toch zeker voor een deel van de stenen. Blijf wel zoveel mogelijk bij dezelfde steensoort. Voor de steenslag kies je een kleur die de rotsen het sterkst benadert als er geen van hetzelfde materiaal voorhanden is. Deze steenslag zorgt voor :

    * afscherming van de bodem tegen zonnestralen die voor verwering en harding zorgen
    * koele wortels voor de planten
    * minder onkruid
    * water kan vlugger weg en er is een scheiding tussen plant en de bodem
    * scherpe steenslag maakt het de slakken moeilijker


  • Een kleine grasvlakte kan wonderen doen in je tuin, het brengt onrustige elementen tot rust. 


  • Stilstaand water of slechts weinig bewegend brengt naast rust ook leven in de tuin. Op de oever kan je moerasplanten plaatsen.


  • Over heel de tuin zoveel mogelijk dezelfde materialen gebruiken zodat alles één geheel vormt.


  • Keuze van bloeitijdstip zodat de naast gelegen planten voor een groene omlijsting zorgen


  • Border afronden met een groenblijvende haag.
  • Lavarivier


    Het grote voordeel van een bergrivier is dat het ongevaarlijk is voor kinderen. Dit rotstuingedeelte beslaat een oppervlak van ongeveer   20 m²  en bestaat uit drie delen. Er is hier een 4 ton lavarotsen en 1 ton lavakorrels gebruikt. Meestal is maar 1/3 tot 1/2 van een steen zichtbaar omwille van de stabiliteit en het  natuurlijk effect.

    Een eerste deel is met de bergrivier, het zorgt voor een hoge luchtvochtigheid en ook een vochtigere bodem. De rotsen zijn gemetseld op een vijverfolie van 0,5 mm dik en 1,25 m breed. Aan het uiteinde zit een reservoir van 1000 liter in de grond, wat achteraf beter 1500 l had geweest. Kwestie van niet zo dikwijls bijvullen.
    Interessant zou zijn een afvoer van regenwater langs het vat sturen en dan een overloop naar de riool. De stroom van de pomp wordt onderbroken door een vlotter zodat de pomp niet droog draait.
    Het tweede deel is een scree en het derde deel is een stapelmuurtje.

    Scree

    Grond laten afhellen en aan het uiteinde is een diepere gleuf uitgegraven en opgevuld met grove kiezel zodat het water vlug weg kan. Hierop ligt een dikke laag (15 cm ) lavakorrels.

    Stapelmuurtje

    Flagstones verwerkt in een rotstuin is niet zo mooi tenzij gebruikt als stapelmuurtjes. De stenen hellen iets af naar achter zodat het water naar binnen loopt. Voor de stabiliteit helt het geheel ook iets naar achter, in plaats van verticaal. Grotere planten worden tijdens het stapelen geplant, de kleinere achteraf in de voegen. Opletten voor het uitdrogen. Hoe meer zon hoe meer grondmengsel er moet zijn om als buffer te dienen. Je kan ook vochthoudende elementen toevoegen zoals : bentoniet, turf, terracottum.

    Vijver (7 m² in een deel van 25 m²)


    De vijver is wat hoger gelegen uit voorzorg voor kleine kinderen, die kunnen er niet zomaar inlopen. Oorspronkelijk was alles in vijverfolie met plateaus op verschillende dieptes (40cm, 60 cm, 80cm, 120cm) om mandjes op te plaatsen voor de waterplanten. Achteraf is er beton ingedaan en zijn er plantenbakken gemetseld. Dit bleek een verbetering te zijn zowel voor de planten als het uitzicht  van het geheel.
    Een fout die ik gemaakt heb is dat ik geen reservoir ingegraven heb om het waterpeil altijd hetzelfde te houden.
    Bovenaan aan de vijver is een kleine waterval vertrekkende vanuit een kleine betonnen vijver die voor het grootste gedeelte bedekt is met lavarotsen. Het is daar een zeer vochtige omgeving.

    Lavatuin (20 m²)

    Ik werk graag met lava rotsen. Oorspronkelijk was hier achteraan ook een tamelijk verticale wand (rechter bovenhoekop de foto) met grote rotsblokken gemaakt. Tussen de betonnen muur en de rotstuin is folie gelegd om het uitdrogen langs de muur te verhinderen. Omdat hier de hele dag zon op kwam heb ik dit wel moeten veranderen en mijn bufferzone moeten vergroten.

    Verder is hier een combinatie gemaakt met het afdalen in terrasvorm en het compact stapelen van de rotsen. Een probleem is hier nog wel van de brandende namiddagzon, dus keuze van de planten aanpassen .

    Rotstuin in de diepte

    Meestal werken de mensen in de hoogte voor een rotstuin, enkele problemen kunnen zijn : gemakkelijk uitdrogen, veel stenen nodig, grond ophogen …

    In de zomer van ‘91  moest er weer regelmatig gegoten worden en ik dacht ik ga eens een rotstuin in de diepte maken. Er was nog een klein gedeelte van de tuin ( ongeveer 40 m²) dat gebruikt werd voor groententeelt en ik had ook nog een kleine hoeveelheid ardeense rotsen. De put heeft een diameter van 2,60 m en een diepte van 60 cm, de diameter van het open deel is 1,80 m. In het midden is de grond  30 cm dieper uitgegraven en dan opgevuld met steenslag van grover naar fijner. De zijwanden zijn dan bekleed met ardeense rotsen die heel compact gestapeld zijn en achteraan aangevuld met een mengeling van aarde, vergane beukenblad en dolomiet. Vooraan is een trapje gemaakt.

    In het begin moesten de mensen er wel mee lachen en vroegen of er geen water in de put moest.

    In de zomer heeft dit systeem inderdaad zijn voordelen de planten staan er koeler en hebben meer vocht. Bij een natte winter moet ik er soms wel eens een dompelpomp inleggen omdat het grondwater te hoog kan komen. Veel planten die gedurende een korte tijd (enkele dagen) in koud water ondergedompeld zijn, weten daar niet van.  

    Tufa

    1996. Ik had al veel gehoord over tufa rotsen, het zou het wondermiddel zijn voor moeilijke planten. Met al de ervaring die ik reeds opgedaan had begon ik in de voortuin aan deze rotstuin  25m². Er werd 7 ton rotsblokken en 1 ton gruis gebruikt.

    Eerst moesten natuurlijk de planten die er stonden verplant worden. Er was één plant, Acer palmatum  ‘Shishigashira’,  een zeer trage groeier toen al een 10 jaar oud, die is toch maar ter plaatsen gebleven.

    Voor de houten omheining werd een muur gemetseld met betonblokken en afgedekt met plastiekfolie om te verhinderen dat die water opzuigt. Omdat het hier over de voortuin gaat heb ik gekozen voor 2 bergrivieren ééntje voor de voorbijgangers en ééntje dat van het huis uit zichtbaar is. Beiden verdwijnen opnieuw in de rotsen en komen dan langs een afvoerbuis van 110 mm diameter in een reservoir van 1500 l terecht.

    Het reservoir is in kunststof en rondom is wel stabilisé gedaan. Bovenop is een betonnen deksel geplaatst dat afgedekt is met folie en tufagruis. Dit reservoir wordt 1 keer per jaar opnieuw gevuld met regenwater. De vrijgekomen aarde (goede tuingrond, bevat leem) is gebruikt voor de ophoging en is gemengd met scherp zand. De bedding van de rivieren zijn gemaakt met een laag stabilisé van 10 cm met daarin kippengaas, daarop kun je worteldoek of oude folie leggen en dan komt de vijverfolie van 0,5 mm dikte erop. Op deze folie worden de rotsblokken gemetseld met daartussen tufagruis Het moet wel van de eerste keer goed zijn. De folie laat je aan de zijkanten omhoog zitten tot na het uittesten met water. Als het de eerste keer is dat je zoiets maakt kun je ook eens de rotsen voorzichtig op de folie stapelen (zonder mortel) en eens water laten lopen zodat je een beeld kan vormen van wat je wil. Als je in het begin het water dwingt van links naar rechts te laten lopen en naar het einde toe rustiger dan heb je veel kans dat het geheel mooi is.

    Voordat je aan de rivier begint moet je wel zeker zijn dat de omgevende rotsen al juist liggen. Hier zijn duidelijk wel grotere rotsen gebruikt veel van 50 cm x 50 cm x 50 cm. En zelf enkele grotere. Er zijn ook een aantal grote rotsblokken gemaakt door middel van kleine rotsen die zodanig geplaatst zijn dat zij één geheel vormen.  Als je al tevreden bent met de geplaatste rotsen dan zullen de planten het nog mooier maken.

    Voor de rivieren zijn 2 verschillende pompen (de één 60 Watt en 65 l/min, de ander 100 Watt en 100 l/min) gebruikt nu diegene die de grootste zuigkracht heeft is het gemakkelijkste vuil. Er is ook een vlotterschakelaar gebruikt om te vermijden dat de pompen droogdraaien. Een tijdschakelaar zorgt ervoor dat het water alleen overdag loopt. Een verliesstroomschakelaar (30 mA) aan het begin van de elektrische installatie voorkomt wel dat het gehele huis zonder stroom zou kunnen vallen.

    Tenslotte nog één zaak in de herfst dien je wel er op te letten dat de afvoer niet door bladeren verstopt geraakt want dan kun je wel eens overstroming hebben.

    In heel de tuin zijn wel sproeiers geplaatst om in de zomer toch nog naar de echte bergen te kunnen gaan kijken.